Interview Ben van Dorp


De relatie tussen mensen, daar hoort zorg over te gaan.

Ben van Dorp zet met het project ‘Werkcoaches Stadszicht 010’ het belang van de menselijke relatie weer voorop. Door de inzet van werkcoaches beoogt dit project medewerkers te binden aan hun werkplek en dus aan de organisatie. Werkcoaches zijn medewerkers die op uiteenlopende manieren aandacht geven aan medewerkers door hen te coachen.

In hoeverre vind jij behoud een onderwerp van de werkvloer zelf?

Behoud van medewerkers in de zorg is een thema dat met name wordt gevoeld op de werkvloer, maar gaat uiteindelijk de hele organisatie aan. De wens tot behoud van medewerkers is voortgekomen uit het actuele schrijnende tekort aan medewerkers. Op de werkvloer wordt dagelijks druk gevoeld om de zorg ‘rond te krijgen’ met relatief weinig vaste medewerkers.

Terwijl vaste krachten juist nodig zijn om goede zorg te kunnen leveren. Goede zorg is namelijk meer dan het verzorgen van cliënten. Als vaste medewerker bouw je aan een relatie met zowel cliënten als collega’s, je leert de ander beter kennen.

Zo ben je als collega’s meer op elkaar ingespeeld en ken je de behoeften van jouw cliënten beter. Wil je goede zorg leveren, dan is persoonlijk contact hierbij een essentieel onderdeel.

Door de krapte op de markt en tijdsdruk staat de kwaliteit van zorg vaak onder druk. Bovendien ervaren veel medewerkers een tekort aan aandacht en waardering. Dit maakt het werk minder prettig met als gevolg dat mensen overstappen naar een andere baan.

Aan het management dan ook de schone taak om medewerkers de aandacht te geven die zij verdienen en ervoor te zorgen dat zij de ruimte krijgen om een relatie aan te gaan met hun cliënten.

Op welke manier draagt jouw project bij aan het behoud van medewerkers?

Het project waaraan ik werk Stadszicht 010 beoogt medewerkers te binden aan hun werkplek en dus aan de organisatie, door werkcoaches in te zetten. Werkcoaches geven medewerkers op uiteenlopende manieren aandacht door hen te coachen en te ondersteunen op allerlei thema’s. Zo begeleiden werkcoaches bijvoorbeeld medewerkers met individuele problematiek, teams om beter samen te werken of worden jonge medewerkers begeleid door oudere collega’s. Maar ook bieden werkcoaches ondersteuning op het gebied van digitale vaardigheden en andere terreinen.

Medewerkers van deelnemende organisaties zijn enthousiast over onze aanpak. Door specifieke aandacht te geven, proberen we medewerkers hun werkplezier terug te geven, waardoor zij zich meer binden aan hun organisatie. Voor de rol van werkcoach zoeken we primair naar medewerkers die om fysieke redenen zijn uitgevallen. Zij kunnen dankzij deze nieuwe rol terugkeren in het werkproces.

Wat Stadszicht 010 kwantitatief oplevert aan behoud van medewerkers is pas later te meten. De praktijk leert dat, wil je medewerkers aan je organisatie binden en zo het verloop terugdringen, je met veel factoren rekening moet houden.

Zie jij jouw project als een begrensd plan of kan de uitwerking ervan nog lange tijd doorwerken?

Per definitie heeft een project een kop en een staart, ook Stadszicht 010. In die zin is het dan ook begrensd. De intentie is echter om het project pas te eindigen als de projectfinanciering stopt (waarschijnlijk eind 2021).

Er moet echter alles aan gedaan worden om structurele oplossingen te vinden voor het geven van aandacht aan en waardering voor bestaande medewerkers. Organisaties - en dus de hele zorgsector - behouden zo meer vaste medewerkers en dat komt de kwaliteit van zorg alleen maar ten goede.

Welke knelpunten zie jij bij het succesvol realiseren van je project?


Een knelpunt kan zijn dat de medewerkers van de organisaties die meedoen, te weinig tijd ervaren om gecoacht te worden of om vragen te formuleren. Als zij het gevoel hebben door te moeten hollen en zichzelf geen tijd gunnen voor reflectie of ondersteuning, bestaat het risico dat het project mislukt en het resultaat niet wordt behaald. Van bovenaf moet er binnen de organisatie – op afdelingsniveau tot aan locaties - ruimte gecreëerd worden voor reflectie en coaching door werkcoaches.


Een ander knelpunt is de grote waslijst aan bestaande prioriteiten van zorgorganisaties. Door organisatorische drukte bestaat er een reële kans dat er te weinig aandacht is voor Stadszicht 010. Hierdoor kan er ‘zand in de projectmachine’ terechtkomen waardoor deze vastloopt. Om alles uit het project te kunnen halen, moet het hoog op de prioriteitenlijst staan.


Er zijn meer knelpunten te noemen, maar dat is niet interessant. Het is veel meer van belang om oplossingsgericht te zijn en de knelpunten en risico’s zoveel mogelijk te elimineren.


Wat is je ultieme droom met dit project?


Als ik droom, droom ik niet van een vlekkeloos project, maar van een tijd waarin er weer aandacht en tijd is voor elkaar, voor relaties. Een tijd waarbij aandacht een vliegwiel is waardoor mensen weer trots zijn om in de zorgsector te werken. Met plezier. Dat lijkt simpel, maar is het niet. Jarenlang werkt de zorgsector binnen een kader waarin kwaliteit kwantitatief wordt gemeten, wat het menselijke karakter in de zorg ondergeschikt maakt. Juist het menselijk aspect is een belangrijke motivatie voor verzorgenden en verpleegkundigen om voor het vak te kiezen.

Komt dit niet terug, dan vinden steeds meer professionals de zorgsector onaantrekkelijk, waardoor ze vertrekken en kiezen voor andere sectoren.


Aan mensen die verzorgd of verpleegd moeten worden, moeten we de vraag stellen wat voor hen, in de fase waarin zij leven, belangrijk is. Dat geldt zowel in het verpleeghuis als in de thuissituatie. Daarop moet gehandeld worden. Het gaat er dan niet meer om wat verpleegkundig of medisch mogelijk is, maar om dat wat cliënten belangrijk vinden werkelijkheid te laten worden. Het belang van de cliënt, in een menselijke relatie met de zorgprofessional, moet weer bovenaan komen te staan.



Ben van Dorp is sinds oktober 2018 projectleider van Stadszicht 010, een project dat onderdeel van ConForte is. Hiervoor was hij directeur intramurale zorg bij Lelie zorggroep en voor die tijd had hij vele jaren een directiefunctie bij Laurens.